Raadsleden positief over experiment GOUDasfalt

Een speciale groep burgers was uitgenodigd voor het derde stadslab Bestemmen met burgers: de volksvertegenwoordigers. Raadsleden van Gouda en Krimpenerwaard bogen zich samen met GOUDasfalters, ambtenaren en andere belangstellenden over de toekomst van het terrein. Hoe regelluw mag het zijn?

Het is geen snorrend kacheltje dat de eerste herfstkilte uit de Romneyloods op het terrein van GOUDasfalt blaast. Een heus warmtekanon gromt en brult, alsof we elk moment kunnen opstijgen. Dat zal niet gebeuren, want de bijeenkomst die GOUDasfalt op 6 oktober heeft georganiseerd met raadsleden en ambtenaren van Gouda en de Krimpenerwaard heeft een prozaïsch onderwerp: regelgeving.

Vooruitlopend op de nieuwe Omgevingswet die in 2019 wordt ingevoerd, verkent GOUDasfalt met de raadsleden en ambtenaren de mogelijkheden voor een regelluwe zone op het terrein. Het is de derde avond in de reeks stadslabs Bestemmen met burgers, die het burgerinitiatief organiseert om zo veel mogelijk Gouwenaren bij de ontwikkeling van het terrein te betrekken. Eerder waren er avonden met omwonenden (12 april) en groenprofessionals (12 juni).

Vlekkeloos

Nadat gastvrouw Mieneke van Rossem de avond heeft geopend en gespreksleidster Marte Kappert het programma heeft geïntroduceerd, spreekt Herman Ruiter (programmamanager en bestuurslid van GOUDasfalt) als eerste. ‘De groep vrijwilligers die samen GOUDasfalt mogelijk maakt groeit nog steeds’, vertelt hij. ‘Het zijn er al veel meer dan honderd. Alleen al met het pontje zijn zestig mensen actief. We hebben net het Culifeest gehad, met tienduizend bezoekers en nauwelijks klachten. Circus Knie trok drieduizend bezoekers en dat is vlekkeloos verlopen. De signalen van buurtbewoners zijn positief en we staan altijd open voor gesprek. Want, wat wij willen is met z’n allen op deze plek iets moois toevoegen aan de stad.’

Het liefst, zegt Herman, willen wij alles op GOUDasfalt: groen en natuur, bedrijvigheid, wonen, evenementen, recreatie en kamperen, verkeer en parkeren. Kortom: echt multifunctioneel ruimtegebruik. ‘Om dat te kunnen realiseren hebben we meer speelruimte nodig in de regels. Te denken valt aan een koepelvergunning, zodat we niet voor elk klein dingetje een vergunning moeten aanvragen of apart leges betalen. Grote evenementen en grootschalige horeca vallen hier buiten. Gemeente, zeggen wij, geef ons commitment en ruimte voor experiment.’

Begrip

En hier gaat het vanavond over. Welke ruimte is er?

In kleine groepjes discussiëren de aanwezige raadsleden en ambtenaren over deze vraag.

Uit de eerste reacties spreekt begrip voor deze vraag, want zonder zo’n koepelvergunning, zou het onwerkbaar worden. Wel, klinkt het van diverse kanten, moet je goed bedenken wat er al dan niet onder valt (horeca?) en voor welke termijn je zo’n vergunning afspreekt. Is de voorgestelde tien jaar niet wat lang?

Positieve kanten zien de raadsleden en ambtenaren volop: zo’n koepelvergunning is veel meer van deze tijd. Het terrein leent zich er goed voor qua ligging en er is bewondering voor de energie en lef van de GOUDasfalters.

Wat moeten we regelen? Gezondheid moet gewaarborgd zijn, gezien de verontreiniging op het terrein. Een andere suggestie is om aan te geven wat permanent is en daar vergunning voor te regelen, voor het tijdelijke kan dan flexibele vergunningen worden aangevraagd.

De bezwaren of reserves concentreren zich rondom risico’s: regels zijn er niet voor niets. Welke risico’s loop je als je regelgeving vrijer laat? Je moet randvoorwaarden, qua overlast (geluid, stank en verkeer) en veiligheid goed benoemen. Het moet geen ‘vrijstaat’ worden.

Gevraagd naar de manier waarop de raadsleden kunnen bijdragen aan geschikte regelgeving, zeggen zij: Meedenken. Een halfjaarlijkse evaluatie is een goed idee. Kan GOUDasfalt niet als een soort proeftuin voor de Omgevingswet fungeren?

Revolutionair

Die Omgevingswet heeft nog niet iedereen scherp op het netvlies en daarom heeft GOUDasfalt Irma Dekker van het programmabureau Aan de slag met de Omgevingswet uitgenodigd. Irma reist het land rond om burgers en bestuur te informeren over de gedachte achter de wet, de inhoud en vooral de consequenties ervan.

De Omgevingswet is een revolutionaire wet. Niet zo zeer vanwege nieuwe regels, maar meer vanwege de omslag in het denken. De overheid stelt minder harde en absolute grenzen; straks bepaalt de overheid samen met zijn inwoners wat de gemeenschap belangrijk vindt. De tweede grote verandering is dat er geen aparte wetten meer zijn voor milieu, natuur, landschap, bouwen, water, (brand)veiligheid, monumentenzorg, infrastructuur. Alle regels komen samen in de nieuwe Omgevingswet.

Wat betekent de Omgevingswet voor de gemeenteraad? De raad, legt Irma uit, moet veel zaken gaan afwegen. De raad kan kiezen voor globale aanpak van regels, bijvoorbeeld een regel voor heel Gouda, maar kan ook per gebied gedetailleerde regels opleggen. Hoe stelt de raad zich op? Flexibel of star? Geef je meer ruimte aan initiatieven uit de burgerij? En zo ja, in de hele stad of beperk je het tot een bepaald gebied? Wat betekent de grotere rol van participatie van burgers? Het rijk legt dit in handen van de raad. Wat doe je als een burger met duizend handtekeningen voor je staat?

Neem Breda. De gemeente heeft stadslab STEK geld gegeven en vrijheid (20 jaar) om een braakliggend gebied in de stad te ontwikkelen. Wat er gebeurt, maakt de gemeente niet zo veel uit, als het maar veilig is. Gebruikers bepalen samen wat er kan en mag op het terrein. Twee dingen vallen op, zegt Irma: zonder regels gebeurt er van alles en kan een terrein heel snel tot bloei komen. Maar ook een regelarme zone heeft behoefte aan regels, bijvoorbeeld vanwege veiligheid en aansprakelijkheid.

Zij besluit met de oproep: ‘Raadsleden denk na over deze nieuwe wet’.

Proeftuin

De aanwezige raadsleden krijgen gelijk de gelegenheid om dat in praktijk te brengen. Zij buigen zich over twee vragen:

  1. Welke versnellingskansen biedt de Omgevingswet voor GOUDasfalt?
  2. Welke randvoorwaarden zijn onmisbaar?

Die Omgevingswet komt als geroepen, klinkt het aan van de tafels. GOUDasfalt kan prima als proeftuin fungeren. Dan kunnen ambtenaren en raadsleden ervaring opdoen met een regelluwe zone. Er zijn ook aansporingen:

  • Ga samenwerken met ondernemers en bedrijven.
  • Gewoon beginnen – bij fouten kun je bijschakelen.
  • Voor organische groei moet je de tijd nemen. Neem die tijd.

Onmisbare randvoorwaarden zijn deels heel duidelijk: veiligheid waarborgen (brandgevaar, criminaliteit, calamiteiten), vermijden van overlast voor omwonenden (geluid, stank), bodem niet beroeren, geen (milieu)schade veroorzaken, parkeren op eigen terrein. Maar wat lastiger is: bedenk tevoren maar eens alles wat je niet wilt.

En ook als tegenhanger van de aansporing om met bedrijven te werken: kijk uit dat commercie de dienst gaat uitmaken.

‘We gaan proberen dit alles op een of andere manier voor elkaar te krijgen’, sluit Maud Roukens de avond af. ‘We gaan evalueren, monitoren, delen en uitwisselen. Wat we in ieder geval al goed doen is aan de voorkant zo veel mogelijk overleggen en mensen bij je plannen betrekken. Aan die belangrijke eis van de nieuwe Omgevingswet voldoen we al volop.’

 

Marijke Bovens | oktober 2016

Save

Save

Save

Save

Save